Fiscale discriminatie bij import van gebruikte auto vanaf 2022.
Wanneer u vanaf 1 januari 2022 een uit een andere lidstaat afkomstige, gebruikte personenauto registreert in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens, wordt u geconfronteerd met bijzondere regels.
Wanneer u uw voertuig registreert middels een taxatierapport – heeft de heffende autoriteit – aangemeten door de wetgevende autoriteit – de bevoegdheid naar nationale regeling de aangifte middels de werkelijke waardevermindering te weigeren en u te belasten middels de forfaitaire afschrijvingstabel.
Aan die regeling ligt – zo begrijp ik thans de regeling – ten grondslag de kennelijk onrechtmatige en onregelmatige uitlegging over de draagwijdte en de betekenis van het recht van de Unie door de altijd partijdige en afhankelijke Hoge Raad der Nederlanden in zijn arrest van 21 maart 2021 (ECLI:NL:HR:2021:415). Het ontbreekt de raadsheren van de Hoge Raad der Nederlanden eenvoudigweg aan de hoogste gedrags- en integriteitsnormen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van een uiterst belangrijke functie als onderdeel van de rechterlijke macht.
De Hoge Raad der Nederlanden is aangetoond gevoelig voor externe factoren, waaronder die van de wetgevende en heffende autoriteit, die van dien aard zijn dat zij bij justitiabelen legitieme twijfel kunnen wekken over enig daadwerkelijk, effectief en eerlijk proces.
Ik heb genoegzaam bewezen dat in lidstaat Nederland onmogelijk enig eerlijk proces mogelijk is, nu de rechtspraak in lidstaat Nederland, buiten elke mogelijke twijfel verheven, niet onafhankelijk en onpartijdig acteert.
Het arrest is sowieso – buiten elke mogelijke twijfel verheven kennelijk onrechtmatig en kennelijk onregelmatig – doordat het is uitgesloten dat de rechter in laatste aanleg over een discretionaire bevoegdheid beschikt om uit te maken of de door partijen opgeworpen vraag al dan niet gegrond is, of om te beslissen of het voor de uitspraak relevante punt van gemeenschapsrecht door hemzelf dan wel door het Hof van Justitie moet worden beoordeeld (Hof van Justitie, 13 juli 1982, Cilfit, EU:C:1982:267, r.o. 8 onder c).
Aldus staat – zonder dat hoeft te worden toegekomen aan de inhoudelijke beantwoording van de vragen – wegens kennelijke schending van artikel 267, letter a VWEU, artikel 267, derde alinea VWEU, artikel 4, lid 3 VEU, artikel 19, lid 1 VEU, artikel 2 VEU en artikel 47 Handvest – vast dat de Hoge Raad der Nederlanden – willens en wetens – onrechtmatig en onregelmatig handelt.
De regeling is inhoudelijk ook per definitie in strijd met het recht van de Unie, nu de werkelijke waardevermindering van het voertuig wordt beperkt, welke nationale bepaling volgens vaste rechtspraak slechts worden geacht verenigbaar te zijn met artikel 110 VWEU, indien vaststaat dat het zodanig is ingericht dat het in alle gevallen is uitgesloten dat ingevoerde producten zwaarder worden belast dan binnenlandse producten en dat het bijgevolg in geen geval discriminerende gevolgen heeft (arrest van 19 maart 2009, Commissie/Finland, C‑10/08, punt 24 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
Zo heeft het Hof reeds geoordeeld dat die verdragsbepaling met betrekking tot de belasting op auto’s de volstrekte neutraliteit van de binnenlandse belastingen beoogt te waarborgen ten aanzien van de mededinging tussen nationale en ingevoerde product
Artikel 110 VWEU kent geen rechtvaardigingsgronden. Zodra de schending vaststaat is het klaar.
In casu is dat niet anders. We hebben nog nooit zoveel drukte gehad met betrekking tot bezwaar en beroep van uit andere lidstaten afkomstige, gebruikte voertuigen, waarvan a fortiori vast staat dat de heffing in kennelijke strijd is met het recht van de Unie.
Dat wil niet zeggen dat u bij de Nederlandse rechter gelijk gaat krijgen, omdat die nu eenmaal kennelijk (bewezen en aangetoond) (ernstig) partijdig en afhankelijk zijn, maar uiteindelijk krijgt u gelijk via een procedure bij de Europese Commissie, hoewel dat uiteraard niet de aangewezen weg is, maar strikt noodzakelijk gebleken bij gebrek aan enig daadwerkelijk, eerlijk, effectief proces.
Tijdig bezwaar maken is het devies. Wij staan u bij in rechte, als toonaangevende dienstverlener, correct, doortastend en uiterst kundig op het gebied van het recht van de Unie.